• geo·sta·ti·o·nair
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geostationair geostationairder geostationairst
verbogen geostationaire geostationairdere geostationairste
partitief geostationairs geostationairders -

geostationair

  1. met de aarde meebewegend; t.ov. van de bewegende aarde stilstaand
     Zhang Beihai was van Basis 1 gekomen, een afzonderlijk ruimtestation op tachtig kilometer afstand en slechts eenvijfde zo groot als het Gele Rivierstation, de basis van de Ruimtemacht in een geostationaire baan.[1]
     De bliksem die zich over de zuidelijke Verenigde Staten uitstrekte, zou moeilijk te meten zijn geweest met conventionele apparatuur op de grond. Daarom gebruikten meteorologen meetapparatuur op geostationaire satellieten, die een veel breder zicht hebben.[2]


  1. Liu Cixin
    “Het donkere woud” (2008), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645828
  2.   Weblink bron
    lex Wilkins
    “Satellieten leggen afstands- en tijdsrecord van bliksem vast” (14 februari 2022), NewScientist