genotmiddelenindustrie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·not·mid·de·len·in·dus·trie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord genotmiddelenindustrie genotmiddelenindustrieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de genotmiddelenindustriev

  1. bedrijven die middelen die een aangename of stimulerende werking hebben produceren
     De bedrijvigheid geldt voor alle soorten van industrie. Het grootst is de toename bij de elektrotechnische industrie en de machinebouw met meer dan 9 procent, de geringste productiegroei is te vinden in de voedings- en genotmiddelenindustrie, met 1,5 procent.[1]
     Verder steeg de productie van de voedings- en genotmiddelenindustrie. Daartegenover produceerden onder meer de aardolie-industie, de meubelindustrie en de chemische- en rubberindustrie juist minder.[2]


Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Productie industrie stijgt door” (Woensdag 9 april 2014, 10:09), NOS
  2.   Weblink bron “Industrie maakt 't meest in 6 jaar” (Vrijdag 7 februari 2014, 10:32), NOS