generar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
generar |
generaba |
generado |
volledig |
generar
- ge·ne·rar
- overgankelijk
- voortbrengen, produceren, opwekken, genereren, scheppen
- «generar electricidad»
- elektriciteit opwekken
- «generar electricidad»