gemeenteverordening
- ge·meen·te·ver·or·de·ning
- samenstelling van gemeente en verordening [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemeenteverordening | gemeenteverordeningen |
verkleinwoord |
de gemeenteverordening v
- bindend voorschrift vastgesteld door de gemeenteraad en geldig op het grondgebied van de gemeente
- Parlementaire wetten worden voortaan van rechterlijke toetsing aan het EVRM uitgezonderd, maar lagere wettelijke regelingen van het rijk, en provincie- en gemeenteverordeningen blijven wel vatbaar voor toetsing.[2]
- Gemeenteverordening zoveel is aangescherpt. We wisten altijd wel dat er zo'n gemeenteverordening was, maar och, je wilt je hond het genoegen doen lekker te kunnen racen en ravotten met andere honden en we hebben daar nooit last mee gehad. Tot voor enkele weken geleden.[3]
1. bindend voorschrift vastgesteld door de gemeenteraad en geldig op het grondgebied van de gemeente
- Het woord gemeenteverordening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Joost Taverne 7 september 2015
- ↑ Volkskrant Lonneke Stenvers Venray 8 juni 2000,