• ge·luks·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord geluksster gelukssterren
verkleinwoord

de gelukssterv / m

  1. iemand die geluk brengt
     "Ik hoop dat ik Juventus kan helpen om de Champions League te winnen. Het lukte ze in 2017 niet, omdat zelfs als je de finale bereikt alles open ligt. Ik hoop dat ik de geluksster kan worden van deze club, maar we zullen zien."[2]
  2. ster die geluk zou brengen


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Ronaldo: 'Juventus was de enige club die me een aanbieding deed'” (Maandag 16 juli 2018, 12:52), NOS