• ge·luids·kwa·li·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord geluidskwaliteit geluidskwaliteiten
verkleinwoord

de geluidskwaliteitv

  1. de mate van uitmuntendheid waarmee een geluid wordt weergegeven
     Hij luistert de hele avond naar de nieuwe lp, sprakeloos vanwege de goede geluidskwaliteit.[1]
     Vooral mensen op de hoger gelegen tribunes hadden problemen met de geluidskwaliteit. "Het slechtste geluid ooit", "het is verschrikkelijk, hebben we hier zoveel voor betaald?" en "het zou fijn zijn als iemand de Spice Girls kan vertellen dat we ze niet kunnen horen", waren enkele reacties op sociale media.[2]
  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “'Het slechtste geluid ooit': teleurgestelde fans na eerste concert Spice Girls” (25-05-2019), NOS