geloofsgemeenschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·loofs·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geloof en gemeenschap met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geloofsgemeenschap | geloofsgemeenschappen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de geloofsgemeenschap v
- (religie) gemeenschap bestaande uit de aanhangers van een bepaald geloof
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord geloofsgemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.