• ge·loofs·be·le·ving
enkelvoud meervoud
naamwoord geloofsbeleving geloofsbelevingen
verkleinwoord

de geloofsbelevingv

  1. (religie) de manier waarop men een geloof ervaart
     In 1997 werd Willem-Alexander via een openbare belijdenis officieel lid van de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij zei toen: "Ik ben niet zo kerkelijk, maar wel overtuigd gelovig." Dat geldt voor meer Oranjes. Ze gaven vaak een eigen, persoonlijke invulling aan hun (christelijke) geloofsbeleving of combineren elementen uit meerdere religies.[2]
     Bosnische moslims hebben een andere geloofsbeleving dan moslims uit deze Arabische landen, legt hij uit. "Wij zijn moslims, net als Arabieren. Maar we hebben heel verschillende mentaliteit en tradities." Durakovic vindt dat er beter beleid moet komen om de verkoop van Bosnisch land binnen de perken te houden.[3]
     Het SCP heeft een aantal criteria meegenomen dat in eerdere onderzoeken ontbrak. Bijvoorbeeld internetgedrag. Dat zou een grote invloed hebben op de geloofsbeleving van moslims. Tegen de trend in zijn ook moslims van de eerste generatie meegenomen in het onderzoek.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Piet van Asseldonk
    “De koning en de kerk: vanzelfsprekend, en toch ook weer niet” (Zaterdag 28 oktober 2017, 07:22), NOS
  3.   Weblink bron “Toeristen uit Golfstaten ontdekken Bosnië en Herzegovina - en blijven” (Zondag 20 augustus 2017, 19:07), NOS
  4.   Weblink bron “Onderzoek naar moslims onder de loep” (Woensdag 7 november 2012, 23:08), NOS