geleidend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·lei·dend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geleidend | geleidender | geleidendst |
verbogen | geleidende | geleidendere | geleidendste |
partitief | geleidends | geleidenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
geleidend
- (natuurkunde) de eigenschap hebbend warmte of elektriciteit te kunnen transporteren
Hyponiemen
Werkwoord
vervoeging van: | geleiden |
verbogen vorm: | geleidende |
geleidend
Gangbaarheid
- Het woord geleidend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geleidend" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be