geleidbaar
- Geluid: geleidbaar (hulp, bestand)
- ge·leid·baar
- Naamwoord van handeling van geleiden met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geleidbaar | geleidbaarder | geleidbaarst |
verbogen | geleidbare | geleidbaardere | geleidbaarste |
partitief | geleidbaars | geleidbaarders | - |
geleidbaar [1]
- wat geleid kan worden
- Het woord 'geleidbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.