geldwisselkantoor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geld·wis·sel·kan·toor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geldwisselkantoor geldwisselkantoren
verkleinwoord geldwisselkantoortje geldwisselkantoortjes

Zelfstandig naamwoord

het geldwisselkantooro

  1. kantoor waar men het geld van de ene valuta kan wisselen naar een andere valuta
     Geldwisselkantoor GWK Travelex slachtoffer van ransomware, website offline[1]
     De 34-jarige eigenaar van een geldwisselkantoor is er nog niet uit. "Waarschijnlijk stem ik voor blijven. Of nou ja, dat is voor 50 procent zeker."[2]
     Overvallers hebben in het centrum van Stockholm voor een chaos gezorgd. Ze lieten verdachte pakketjes achter bij twee banken en sloegen vervolgens toe bij een geldwisselkantoor in de buurt. Hoeveel geld ze hebben meegenomen is niet bekendgemaakt.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Geldwisselkantoor GWK Travelex slachtoffer van ransomware, website offline” (Dinsdag 7 januari 2020, 15:57), NOS
  2.   Weblink bron
    Guus Dietvorst
    “Brexit of bremain? Ook immigranten in Brick Lane zijn verdeeld” (Dinsdag 21 juni 2016, 17:43), NOS
  3.   Weblink bron “Spectaculaire overval in Stockholm” (Dinsdag 14 oktober 2014, 17:37), NOS