• geld·ver·slin·dend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geldverslindend geldverslindender geldverslindendst
verbogen geldverslindende geldverslindendere geldverslindendste
partitief geldverslindends geldverslindenders -

geldverslindend [1]

  1. van iets dat het teveel geld kost; van iets dat het te duur is
     De andere groep actievoerders is het daarmee oneens. Ze noemen MAA een geldverslindend project, zonder toekomstperspectief. Ook de geluidsoverlast wordt genoemd.[2]
     Carey heeft nu uitgelegd dat de plannen vooral bedoeld zijn om de kosten te drukken in het geldverslindende circus, waarin Ferrari jaarlijks een slordige 260 miljoen euro uitgeeft.[3]
     Maar hoe zorgde Ecclestone ervoor dat de sport die in die jaren vooral geldverslindend was, geld ging opleveren? Er zaten weliswaar stickers van sponsoren op auto's, maar daar hield het wel zo'n beetje mee op. Er moest iets gebeuren.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Voor- en tegenstanders vliegveld Maastricht demonstreren voor provinciehuis” (Vrijdag 3 juni 2022, 12:59), NOS
  3.   Weblink bron “Liberty Media stelt Ferrari gerust: geen eenheidsworst” (Vrijdag 10 november 2017, 08:48), NOS
  4.   Weblink bron “Vandaag 85 en almachtig in de Formule 1” (Woensdag 28 oktober 2015, 15:01), NOS