Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geld·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geldmaker geldmakers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geldmakerm

  1. iets waar men geld mee kan verdienen
     Er zijn naar schatting 150 tot 200 miljoen Chinese particuliere beleggers, die met eigen geld of geleend geld in aandelen gestapt zijn. "Chinezen zijn bovendien gek op een gokje en zien de beurs soms meer als geldmaker dan als een termijninvestering. Het zijn meer beleggers die op dagkoersen reageren dan aandeelhouders die aandelen kopen en aanhouden als investering." aldus André Meinema.[1]
     Het was bijna een lijdensweg, waar ASML en andere belanghebbenden vele miljarden euro’s in investeerden. Meer dan tien jaar later dan aanvankelijk gedacht kunnen de investeringen worden terugverdiend. Met dit jaar 12, volgend jaar 24 en het jaar daarop 48 machines van 110 miljoen euro per stuk wordt het zelfs een geldmaker voor ASML. De machines moeten de omzet van het Veldhovense bedrijf in 2020 tot 11 miljard euro opstuwen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Chinese beurzen weer wild op en neer” (Dinsdag 28 juli 2015, 10:42), NOS
  2.   Weblink bron
    Harrie Verrijt en Gea Bruinsma
    “Nieuwe chipmachine ASML van 110 miljoen kan eindelijk gemaakt” (13-03-17,), Tubantia