gekuip
- ge·kuip
- naamwoord van handeling van kuipen met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gekuip | |
verkleinwoord |
het gekuip o
- het achterbaks, oneerlijk handelen
- ▸ Liefde is een krachtiger cement dan politiek gekuip. Hij haalt een Engels spreekwoord aan over de huwelijkse staat. 'A man's home is his castle, till his queen arrives.' Vrij vertaald: de man is de baas thuis, tot zijn vrouw terug is.[2]
- ▸ Wonderlijk hoe de vaderlandse politiek, onze vertegenwoordigers van burgerbelangen, waaronder Den Uyl, al dit gekuip stilzwijgend hebben toegelaten.[3]
- Het woord gekuip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gekuip" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Leestip: Winnie uit Hengelo trouwde haar muziekheld, de drummer van The Scorpions” (14-08-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron “’De halve waarheid’” (02 feb. 2017), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be