• in·tri·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord intrige intriges
verkleinwoord intrigetje intrigetjes

de intrigev / m

  1. het tweede bedrijf van een grieks drama
  2. een stiekem plan
    • De intrigant had weer allerlei intriges bedacht. 
  3. de verhaallijn van een roman, toneelstuk of film
    • Een soap staat bol van spannende intriges. 
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be