Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·kis·se·bis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gekissebis
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gekissebiso

  1. het aanhoudend met woorden ruziemaken
    • Een Oostenrijkse topambtenaar beschuldigde Turkije ervan naar een dictatoriaal regime te neigen. Na gekissebis daarover beschuldigde Turkije Oostenrijk op zijn beurt van 'radicaal racisme'. [2] 
    • Gemeenten kunnen beperkingen opleggen wat betreft het volume dat uit de luidspreker schalt. In Enschede werd na veel gekissebis tussen gemeente, moskee en omwonenden besloten dat de moskee maximaal 55 decibel zal produceren: dat niveau wordt vergeleken met het geluid van een vaatwasser. Voor de Turkse moskee in Middelburg is 70 decibel maximaal. ,,We doen het nu ongeveer een jaar, een keer per week en we krijgen er geen klachten over", zegt bestuurslid Ozden Bayrak. [3] 
    • Heeft u Halbe Zijlstra bij Pauw gezien over Zwarte Piet? In navolging van AD-columniste Nynke de Jong zeggen wij: echt even doen, hoor. Zo'n ongemakkelijk optreden van een politicus live op tv zagen wij niet vaak, al konden Jesse Klaver en Diederik Samsom er door hun onderlinge gekissebis deze week ook wat van met hun eigen variant van So you think you can Jijbak?. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen