• geest·drij·vend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geestdrijvend geestdrijvender geestdrijvendst
verbogen geestdrijvende geestdrijvendere geestdrijvendste

geestdrijvend [1]

  1. overdreven ingenomen met iets zijn, in het bijzonder met de godsdienst
    • De geestdrijvende man had het alleen over kerknieuwtjes.