geelvleugelbuidelspreeuw

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geelvleugelbuidelspreeuw    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• geel·vleu·gel·bui·del·spreeuw

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  geel bn,   vleugel zn  en  buidelspreeuw zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geelvleugelbuidelspreeuw	geelvleugelbuidelspreeuwen
verkleinwoord	geelvleugelbuidelspreeuwtje	geelvleugelbuidelspreeuwtjes

Zelfstandig naamwoord

de geelvleugelbuidelspreeuw v / m

1. (zangvogels) Cassiculus melanicterus  een zangvogel uit de familie Icteridae  (troepialen). Deze soort komt voor van westelijk Mexico tot zuidoostelijk Guatemala

Hyperoniemen

• troepialen, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'geelvleugelbuidelspreeuw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.