geelteugelhoningeter
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·teu·gel·ho·ning·eter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geelteugel zn en honingeter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelteugelhoningeter | geelteugelhoningeters |
verkleinwoord | geelteugelhoningetertje | geelteugelhoningetertjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelteugelhoningeter m
- (zangvogels) Microptilotis flavirictus zeldzame en endemische vogel uit Nieuw-Guinea
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelteugelhoningeter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.