geelkeel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geelkeel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• geel·keel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  geel bn  en  keel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geelkeel	geelkelen
verkleinwoord	geelkeeltje	geelkeeltjes

Zelfstandig naamwoord

de geelkeel v / m

1. dier met een gele keel

Afgeleide begrippen

   

geelkeelapalis geelkeelboomtimalia geelkeelbreedbektiran geelkeelbrilvogel geelkeelbuulbuul geelkeelcotinga geelkeelfluiter geelkeelfrankolijn geelkeelgors geelkeelhoningeter geelkeelketellapper geelkeelkoekoek geelkeellangklauw geelkeelmiersluiper geelkeelmuisspecht geelkeelnicator geelkeelnontimalia geelkeelorganist geelkeelspecht geelkeelstekelstaart geelkeelstruiksluiper geelkeeltangare geelkeeltiran geelkeelvliegenpikker geelkeelzandhoen geelkeelzanger

Gangbaarheid

• Het woord 'geelkeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.