geelhout
- geel·hout
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelhout | - |
verkleinwoord | - | - |
het geelhout o
- hout dat geel van kleur is
- (bloemplanten) Casearia tremula , een boomsoort die op de ABC-eilanden voorkomt
- (bloemplanten) de boomsoort Afrocarpus falcatus ook outeniquageelhout genoemd
- (bloemplanten) de boomsoort Podocarpus latifolius , ook echte geelhoutboom genoemd
- het hout van 2), 3) of 4)
- het hout van Cladrastis kentukea , Morus tinctoria of Rhus cotinus dat als verfhout gebruikt wordt
- Het woord 'geelhout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.