• geel·hou·ten
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen geelhouten

geelhouten

  1. gemaakt van geelhout
     In het midden stond een biljart en een rek met keu's. Voor alle ramen stonden kleine tafeltjes, waar omheen telkens vier geelhouten stoelen geplaatst[1]
  1.   Weblink bron “De zilveren scheepjes” (1948), De Arbeiderspers