Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • geel zon·ne·roos·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord geel zonneroosje gele zonneroosjes

Zelfstandig naamwoord

het geel zonneroosjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) Helianthemum nummularium   een groenblijvende, liggende of opgaande struik uit de zonneroosjesfamilie (Cistaceae  ). In Nederland komt de plant voor in Zuid-Limburg  . De soort staat op de Rode lijst van planten   als zeer zeldzaam en stabiel of iets toegenomen
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie