geef door
- Geluid: geef door (hulp, bestand)
- IPA: / ɣef dor / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χefˈdo̝ːr/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣevˈdoːr/
- geef door
vervoeging van |
---|
doorgeven |
geef door
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorgeven
- Ik geef door.
- gebiedende wijs van doorgeven
- Geef door!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorgeven
- Geef je door?
- Het woord geef door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.