gedachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·dach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | gedachtig |
verbogen | |
partitief | gedachtigs |
Bijvoeglijk naamwoord
gedachtig [2]
- denkend aan iets of iemand met name aan zondige daden en overleden mensen, zich herinnerende
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gedachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gedachtig" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ gedachtig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant Paul Brill 31 december 2016,
- ↑ Volkskrant Janny Groen 24 december 2002 (citaat uit de Bijbel n.l. het derde gebod)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be