gebouwencomplex
- ge·bou·wen·com·plex
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebouwencomplex | gebouwencomplexen |
verkleinwoord |
het gebouwencomplex o
- (bouwkunde) een groep bij elkaar horende gebouwen
- ▸ De pinksterzon bleef onaangedaan boven het gebouwencomplex staan, en droogde haar vingers.[2]
- ▸ Er is zelfs sprake van dagboeken, die volgens het Duitse Openbaar Ministerie in 2006 gestolen zijn van Lennon's weduwe Yoko Ono in New York. De voormalig Beatle woonde daar tot zijn dood in het gebouwencomplex The Dakota.[3]
1. een groep bij elkaar horende gebouwen
- Het woord gebouwencomplex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron “Duitse politie neemt gestolen spullen Lennon in beslag” (20-11-2017), NOS