gebleekt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·bleekt
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van: | bleken… |
verbogen vorm: | gebleekte |
gebleekt
- voltooid deelwoord van bleken
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gebleekt | gebleekter | gebleektst |
verbogen | gebleekte | gebleektere | gebleektste |
partitief | gebleekts | gebleekters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gebleekt
- van iets (m.n. stoffen en haren) dat de kleur verwijderd is
- - Het gebleekte katoen was geschikt om bedrukt te worden.
- - In de jaren zestig en zeventig was een spijkerbroek pas gebleekt en/of kapot als je hem heel lang had gedragen, of persoonlijk in het bleekwater had gedoopt.[1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord gebleekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Milou van Rossum NRC 1 november 2016