gebaseerd
- ge·ba·seerd
- [werkwoord, bijvoeglijke naamwoord 1]
- vervoeging van baseren: de stam met omvoegsel ge- -d
- [bijvoeglijke naamwoord 2] leenvertaling van Engels based
vervoeging van: | baseren… |
verbogen vorm: | gebaseerde |
gebaseerd
- voltooid deelwoord van baseren
stellend | |
---|---|
onverbogen | gebaseerd |
verbogen | gebaseerde |
partitief | gebaseerds |
gebaseerd
- goed beargumenteerd
- Het advies, gegrond op de schoolresultaten die het kind de afgelopen zes jaar heeft behaald, is, zo mag worden aangenomen, een gebaseerd advies, dat wordt afgesloten met een geschiktheidsverklaring, ondertekend door een onderwijzer. [1]
- als tweede deel van samenstellingen gemaakt met; voortbouwend op
- Het woord gebaseerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "Ouders voor beslissing: Wat gaat kind na de lagere school doen? " in: Leeuwarder Courant jrg. 214 nr. 114 (18 mei 1965); p. 13 kol. 6; geraadpleegd 2016-10-06