Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·am·pu·teerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: amputeren…
verbogen vorm: geamputeerde

geamputeerd

  1. voltooid deelwoord van amputeren
stellend
onverbogen geamputeerd
verbogen geamputeerde
partitief geamputeerds

Bijvoeglijk naamwoord

geamputeerd

  1. met behulp van een operatie verwijderd

Meer informatie