geagiteerd
- Geluid: geagiteerd (hulp, bestand)
- ge·agi·teerd
vervoeging van: | agiteren… |
verbogen vorm: | geagiteerde |
geagiteerd
- voltooid deelwoord van agiteren
- vormt de voltooide tijden
- Hij heeft daarvoor lang geagiteerd.
- vormt de onpersoonlijke lijdende vorm
- Er werd daar veel voor geagiteerd.
- (vrij zeldzaam) vormt de lijdende vorm
- Ik werd erdoor geagiteerd
- vormt een ergatieve constructie met het hulpwerkwoord raken
- Hij raakte daar flink geagiteerd door.
- attributief gebruikt
- De door de beledigingen geagiteerde man sloeg wild om zich heen.
- bijwoordelijk gebruikt
- Enigszins geagiteerd nam hij het woord.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geagiteerd | geagiteerder | geagiteerdst |
verbogen | geagiteerde | geagiteerdere | geagiteerdste |
partitief | geagiteerds | geagiteerders | - |
geagiteerd [1]
- in een staat van nerveuze opwinding
- Het woord geagiteerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geagiteerd" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be