gaullistisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gaullistisch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gaul·lis·tisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van gaullist met het achtervoegsel -isch

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	gaullistisch	gaullistischer
verbogen	gaullistische	gaullistischere
partitief	gaullistisch	gaullistischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

gaullistisch

1. (politiek) betrekking hebbend op het gaullisme of een gaullist

Hyponiemen

• neogaullistisch

Gangbaarheid

• Het woord gaullistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.