Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gaul·list
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans, van Gaulle met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord gaullist gaullisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gaullistm

  1. (politiek) aanhanger van het politieke gedachtegoed van Charles de Gaulle (sterke Franse, nationale republiek, eenheid en een sterke president), het gaullisme
     De vroegere Franse premier en minister van buitenlandse zaken Dominique de Villepin heeft vanavond zijn kandidatuur voor het Franse presidentschap aangekondigd. Als een 'onafhankelijke gaullist' wil hij in het Elysée 'alle Fransen verenigen'.[1]
     De liberaal Giscard d' Estaing, die president was van 1975 tot en met 1981, kan per jaar 2,5 miljoen euro op zijn bankrekening bijschrijven. Voor de gaullist Jacques Chirac (president van 1995 tot en met 2007) is dat 2,2 miljoen en voor zijn partijgenoot Nicolas Sarkozy, die van 2007 tot en met 2012 staatshoofd was, 1,5 miljoen.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Villepin stelt zich kandidaat voor Frans presidentschap” (11-12-2011), Tubantia
  2.   Weblink bron “Oud-presidenten kosten Fransen ruim 6 miljoen” (28 jan. 2015), De Telegraaf
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be