Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasprijs gasprijzen
verkleinwoord gasprijsje gasprijsjes

Zelfstandig naamwoord

de gasprijsm

  1. (economie) de prijs die betaald wordt voor het verbruik van gas
    • De gasprijs daalde als gevolg van gestegen productie. 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be