Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·ran·tie·ver·mo·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord garantievermogen garantievermogens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het garantievermogeno

  1. het kapitaal waarmee men een waarborg kan geven
     Het garantievermogen wordt gevuld met premies die huizenverkopers betalen. De premie is 1 procent van de hypotheeksom.[1]
  2. de som van het eigen vermogen en de achtergestelde leningen van een onderneming

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Meer huizen met NHG en meer verliesverkopen” (Woensdag 14 januari 2015, 08:11), NOS