Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·la·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord galafeest galafeesten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het galafeesto

  1. chique, officieel feest
     Volkskomiek André van Duin wordt in het Beatrix Theater in Utrecht door collega's getrakteerd op een galafeest ter gelegenheid van zijn 50-jarig theaterjubileum.[2]
     De ketting werd dinsdagavond gestolen tijdens een galafeest van een Zwitserse juwelier. Het sieraad maakte deel uit van een expositie. Een particulier bedrijf was verantwoordelijk voor de beveiliging.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Galafeest voor jubilerende André van Duin” (Dinsdag 18 november 2014, 21:15), NOS
  3.   Weblink bron “Opnieuw juwelenroof in Cannes” (Donderdag 23 mei 2013, 15:58), NOS