gaande
- gaan·de
- In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1994 [1]
vervoeging van: | gaan |
gaande
- verbogen vorm van gaand, het onvoltooid deelwoord van gaan [2] [3]
- Ik probeer het gesprek gaande te houden.
- aangaande, bijgaande, diepgaande, ingaande, omgaande, uitgaande, vergaande, voorafgaande, voorbijgaande, zeegaande, zuideropgaande
- Het woord gaande staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gaande" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "gaande" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gaande op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be