fusiemaatschappij

  • fu·sie·maat·schap·pij
enkelvoud meervoud
naamwoord fusiemaatschappij fusiemaatschappijen
verkleinwoord fusiemaatschappijtje fusiemaatschappijtjes

de fusiemaatschappijv

  1. onderneming die ontstaan is uit het samengaan van twee of meer andere ondernemingen
     Topman Smith wil de luchtvaartcombi bestuurlijk stroomlijnen, in plaats van de slingerweg langs ingewikkelde bloedgroepen. Het credo van de in 2003 gecreëerde fusiemaatschappij was one group, two airlines, maar is vooral in dat laatste blijven steken. KLM is er trots op dat het dit jaar zijn eeuwfeest kan vieren, dus hoezo Frans?[1]
  1.   Weblink bron “Dag van de waarheid voor KLM-topman Pieter Elbers: waarom al die opwinding?” (Dinsdag 19 februari 2019, 06:00), NOS