• fu·sie·koorts
enkelvoud meervoud
naamwoord fusiekoorts
verkleinwoord

de fusiekoortsv / m

  1. de al te sterke neiging van organisaties of bedrijven om te fuseren met anderen
     De fusiekoorts had natuurlijk gevolgen voor het gemiddeld aantal inwoners per gemeente. In 1900 lag dat op 4600, dit jaar is het 44.000.[1]
     Veel coöperaties en melkveehouders krijgen te maken met de 'fusiekoorts', waarbij bundeling van krachten en afzet op nationale en internationale zuivelmarkten de thema's zijn. De per 1 april afgeschafte Europese melkquota zorgen voor meer melkproductie en invloed op de melkprijzen. De sector heeft een paar moeilijke kaasjaren achter de rug, versterkt door de Russische handelsboycot van onder meer kaas.[2]
  1.   Weblink bron
    Bas de Vries en Lars Boogaard
    “In Nederland verdwenen sinds 1900 zes gemeenten per jaar” (Woensdag 22 november 2017, 13:30), NOS
  2.   Weblink bron “Felle strijd om Nederlandse kaas” (Dinsdag 19 mei 2015, 12:08), NOS