functionele geletterdheid

  • func·ti·o·ne·le ge·let·terd·heid

de functionele geletterdheidv

  1. (sociologie) het bezitten van de vaardigheid van lezen en schrijven, zodat er aan alle dagelijkse activiteiten waarbij geletterdheid een rol speelt, deelgenomen kan worden. [1]
     Met kracht worden daarom alom grote campagnes gevoerd om deze legioenen plattelanders het lezen en schrijven bij te brengen, waarbij vooral VN-dochter Unesco zeer actief is. Die heeft aanvankelijk nogal teleurstellende ervaringen opgedaan die echter aanmerkelijk beter werden toen het streven werd gericht op 'functionele geletterdheid'. Dat wil zeggen dat lessen en lesmateriaal geval voor geval aangepast werden aan wat de veelal volwassen abc-leerders in het dagelijks leven tegenkwamen.[2]
  1.   Weblink bron
    Ella Bohnenn, Christine Ceulemans, Carry van de Guchte, Jeanne Kurvers, Tine Van Tendeloo
    “Laaggeletterd in de Lage Landen / Hoge prioriteit voor beleid” (2004), Nederlandse Taalunie, Den Haag, p. 7-8
  2.   Weblink bron
    Sjaak den Boer
    Krantebedrijf in busje helpt Derde Wereld lezen Kansrijk experiment van Staatsdrukkerij in: Het Parool   (18-12-1976), Amsterdam, p. 2 op Delpher.nl