laaggeletterdheid
- laag·ge·let·terd·heid
- afgeleid van laaggeletterd met het achtervoegsel -heid
- (neologisme) Leenvertaling van Frans illetrisme (ter vervanging van functioneel analfabetisme), als sociologisch begrip ingevoerd in 2004. [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laaggeletterdheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de laaggeletterdheid v
- (sociologie) het laaggeletterd zijn
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord laaggeletterdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Ella Bohnenn, Christine Ceulemans, Carry van de Guchte, Jeanne Kurvers, Tine Van Tendeloo“Laaggeletterd in de Lage Landen / Hoge prioriteit voor beleid” (2004), Nederlandse Taalunie, Den Haag