functietitel
- func·tie·ti·tel
- samenstelling van functie zn en titel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | functietitel | functietitels |
verkleinwoord |
de functietitel m
- (economie) de naam van een positie in een bedrijf of organisatie
- ▸ Breedeveld krijgt overigens niet de functietitel van hoofdredacteur, zoals Wijnberg had. Breedeveld zit al vijf jaar in de hoofdredactie van NRC Handelsblad en was eerder chef Binnenland.[1]
- ▸ Zelf solliciteerde ze ooit op een baan als API- en XML-projectleider. ... De Visscher kreeg de baan en leerde zichzelf in het jaar erop alles wat het inhield. "Kijk verder dan alleen de functietitel", zegt ze.[2]
- Het woord functietitel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Opvolger bij nrc.next voor Wijnberg” (27-09-2012), NOS
- ↑ Weblink bron “'De techwereld heeft een Lieke Martens nodig'” (21-05-2019), NOS