fruitareaal
- Geluid: fruitareaal (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfrœytareˌjal / (4 lettergrepen)
- fruit·are·aal
- samenstelling van fruit zn en areaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fruitareaal | fruitarealen |
verkleinwoord | - | - |
het fruitareaal o
- (landbouw) geheel van oppervlakten waar bomen of struiken voor hun vruchten worden verbouwd
- ▸ Zo kon, terwijl de totale oppervlakte fruit min of meer gelijk bleef, een belangrijke verjonging van het fruitareaal worden gerealiseerd.[1]
- Het woord 'fruitareaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Jan BielemanDe cultuurtechnische verbouwing van Nederland : Van ruilverkavelen naar landinrichting in:J.W. Schote.a. (red.)Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 3. Landbouw, voeding., Stichting Historie der Techniek, [Eindhoven] / Walburg Pers, Zutphen 2000, ISBN 9057300664, p. 59