frietvorkje
- Geluid: frietvorkje (hulp, bestand)
- friet·vork·je
- samenstelling van friet en vorkje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | frietvorkje | frietvorkjes |
het frietvorkje o dim. tant.
- klein vorkje dat het frietkot verschaft om de frieten te kunnen consumeren zonder vette vingers te krijgen
het frietvorkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord frietvork
- Het woord 'frietvorkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.