fraudegevoeligheid

  • frau·de·ge·voe·lig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord fraudegevoeligheid fraudegevoeligheden
verkleinwoord

de fraudegevoeligheidv

  1. de eigenschap van een reling dat deze makkelijk oneigenlijk te gebruiken valt
     Zowel de tegenstanders van de DSM, waaronder Jim van Os, als de voorstanders, zoals Jan Swinkels, zien het probleem van de fraudegevoeligheid van het huidige DBC-systeem in de GGZ. De kosten van de geestelijke gezondheidszorg zijn sinds de invoering van het systeem fors toegenomen.[1]
     Weekers heeft nieuwe maatregelen aangekondigd om fraudeurs sneller op het spoor te komen en misbruik van het toeslagensysteem tegen te gaan. D66-Kamerlid Koolmees vraagt zich af waarom die maatregelen niet eerder genomen zijn. Uit het feitenrelaas van de staatssecretaris blijkt immers dat de fraudegevoeligheid van het systeem al jaren bekend was.[2]
  1.   Weblink bron “De macht van de psychiatrische Bijbel” (Zaterdag 8 juni 2013, 10:57), NOS
  2.   Weblink bron “Kamer houdt vragen voor Weekers” (Zaterdag 11 mei 2013, 03:00), NOS