• for·tel·le
  • Afkomstig uit het Nederduits.
  • Samenstelling van telle met het voorvoegsel for-.
Naar frequentie 288
vervoeging
onbepaalde wijs fortelle
tegenwoordige tijd forteller
verleden tijd fortalte
voltooid
deelwoord
fortalt
onvoltooid
deelwoord
fortellende
lijdende vorm fortelles
gebiedende wijs fortell
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

fortelle

  1. overgankelijk vertellen, verhalen, debiteren
    «Hun forteller om mobbing i sjette klasse, da bøkene hennes ble stjålet og hun selv ble låst inne på skolens toalett.»
    Ze vertelt ons over pesten in de zesde klas, toen haar boeken werden gestolen en ze opgesloten werd in het schooltoilet.
  2. overgankelijk verraden, verlinken
    «Det blikket fortalte oss alt vi ville vite.»
    De ogen verraadden ons alles wat we wilden weten.