• for·del
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord del met het voorvoegsel for-
Naar frequentie 3617
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fordel     fordelen     fordeler     fordelene  
genitief   fordels     fordelens     fordelers     fordelenes  

fordel, m

  1. het voorste deel, het voorste gedeelte
  2. voordeel


  • for·del
  • Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord del met het voorvoegsel for-
Naar frequentie 3617
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fordel     fordelen     fordelar     fordelane  

fordel, m

  1. voordeel