• for·de·ler
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel for-
Naar frequentie 36972

fordeler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fordele


  • for·de·ler
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel for-
Naar frequentie 7607

fordeler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fordele

fordeler

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van fordel


  • for·de·ler
  • Nynorske werkwoordsvorm met het voorvoegsel for-

fordeler

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fordele