Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fok·ma·te·ri·aal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fokmateriaal fokmaterialen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fokmateriaalo

  1. (veeteelt) dieren die men heeft geselecteerd voor het maken van een volgende generatie; dieren die men gebruikt voor de voortplanting
     Importverbod schapen en geiten; Rusland sluit grens voor kleine herkauwers en fokmateriaal (AGD.nl)[2]
     "Het is voor de eigenaren ontzettend spannend om te kijken wat voor fokmateriaal ze in huis hebben", zegt de voorzitter van de vereniging, Han Nijman. "Op de fokdag kunnen Friese paarden worden opgenomen in het stamboek als ze goed genoeg scoren. Dat zorgt ervoor dat de paarden in een klap fors meer waard worden", legt de voorzitter uit. De Friese paarden worden beoordeeld op bouw, uiterlijk en bewegingstechniek.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Meer lezen over Schmallenbergvirus?” (Dinsdag 24 januari 2012, 19:53), NOS
  3.   Weblink bron “Een fiere houding en trotse uitstraling” (14-08-2008), Tubantia