Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flu·or·hou·dend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen fluorhoudend fluorhoudender fluorhoudendst
verbogen fluorhoudende fluorhoudendere fluorhoudendste
partitief fluorhoudends fluorhoudenders -

Bijvoeglijk naamwoord

fluorhoudend [1]

  1. het element fluor bevattend
     De meeste 'gewone' branden zijn met water of blusschuim zonder PFAS-schuim te blussen. "Uitgangspunt is fluorvrij schuim waar het kan, fluorhoudend schuim waar het moet", zegt Marcel Verspeek van Brandweer Nederland.[2]
     Gevaarlijke fluorhoudende stof vorig jaar aangetroffen bij Suez in Almelo: Afvalverwerker Suez Almelo heeft in 2018 de stof FRD aangetroffen in aangeboden afval. Dat meldt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). FRD, dat fluor bevat, geldt als een ‘zeer zorgwekkende stof’ (ZZS) en kan schadelijk zijn voor mens en milieu.[3]
     Het kost de drinkwaterbedrijven naar eigen zeggen steeds meer moeite om drinkwater te maken van water uit de Rijn. De IAWR maakt zich zorgen om „de groeiende lijst incidenten die de productie van drinkwater als bron bemoeilijken.” De organisatie wijst op ongewenste stoffen die de afgelopen jaren zijn opgedoken, zoals het fluorhoudende trifluoracetaat (TFA) en de stikstofverbinding pyrazool. Deze zorgden ervoor dat het proces van drinkwaterproductie gestaakt moest worden.[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Rob Koster
    “Brandweer bezorgd om totaalverbod op PFAS in blusschuim” (Zaterdag 7 maart 2020, 17:51), NOS
  3.   Weblink bron
    Leo van Raaij 2
    “Gevaarlijke fluorhoudende stof vorig jaar aangetroffen bij Suez in Almelo” (5-09-2019), Tubantia
  4.   Weblink bron “Kwaliteit Rijnwater moet omhoog, drinkwater zuiveren steeds moeilijker” (13 feb. 2020), De Telegraaf