fluitkikkers
- (IPA in voorbereiding)
- fluit·kik·kers
- samenstelling van fluit zn en kikkers zn
- fluitkikker zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fluitkikkers | |
verkleinwoord |
de fluitkikkers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fluitkikker
- meervoudsvorm als officiële benaming (kikkers) Leptodactylidae een familie van kikkers. De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Franz Werner in 1896. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Cystignathi gebruikt
- [2] kikkers, amfibieën, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- [2] echte fluitkikkers
- [2] tungarakikker, vieroogkikker
- Het woord 'fluitkikkers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.